Anneau Nimes

Azéma, Philippe

Zijn werkwijze is altijd hetzelfde gebleven: hij neemt een groot vel papier van een tekenrol, dat hij daarna op doek plakt. Dan brengt hij transparante kleurvlakken aan, hoofdzakelijk geel en weinig rood. Op deze ondergrond begint hij schilderen en te tekenen, beginnend met een figuur, meestal een personage. Daarna ‘gaat alles vanzelf’, een verhaal begint zichzelf te vertellen, zonder enig vooropgezet plan of idee. Hij stelt zich open om zichzelf te verrassen. Vaak begint hij aan een zijkant om naar het centrum toe te werken, zodat hij door het landschap wandelt dat hij al gaande creëert en waarin vooral jeugdherinneringen een plaats kunnen krijgen. Om het idee van landschap verder te bevorderen plakt hij soms losse stukken papier hier en daar op de tekening, die tijdens het plakken licht gerimpeld worden. De onbeplakte randen van doek fungeren als kader, maar er worden wel verfstreepjes of spatjes aangebracht. In de tekening zelf komen wel onwillekeurige spatjes voor, die ontstaan omdat Azéma niet met penselen werkt maar met stokken en stokjes die hij zelf aanpunt. Hierdoor kan men zelfs een patroon van spatten in de tekening ontdekken die hem toch van pas komen.